Het theaterwerk van de jonge Irakese theatermaker Mokhallad Rasem is flitsend en fysiek, associatief en fragmentarisch opgebouwd, helder en beeldend in zijn ideeën. In zijn succesvoorstelling Irakese Geesten trachtte hij het concept ‘oorlog’ voelbaar te maken. In Caligula wil hij het publiek tonen hoe het leven in een dictatuur verloopt: welk conflict ontstaat er tussen het machteloze volk en de meedogenloze dictator?
Hiervoor laat hij zich inspireren door een klassieker: het absurdistisch-existentialistische stuk Caligula (1938, 1944) van de Franse filosoof Albert Camus. Maar Rasem maakt geen klassieke bewerking van de tekst(en), hij pelt het verhaal van de Romeinse keizer af tot op de kern: de wreedheid van de mens, en de perverse neiging van de mens plezier te hebben in die wreedheid. Aan de hand van gespeelde gruweldaden, authentieke videobeelden uit Irak, muziek en een circuspiste creëert Rasem een montage van indringende beelden. Martelen, uithongeren en vermoorden worden haast letterlijk ‘kinderspel’.
Al tijdens zijn theateropleiding in Irak wilde Rasem de klassieker Caligula regisseren. De Romeinse keizer met het motto “Laten ze maar haten, als ze maar bang voor me zijn”, fascineerde hem. Vooral de gelijkenis tussen verschillende dictators viel hem op: Hitler, Stalin, Saddam – stuk voor stuk intellectueel en filosoof, maar stuk voor stuk dominant en destructief. Maar onder de dictatuur van Saddam Hoessein waren opvoeringen van Caligula – net als alle andere voorstellingen over dictators – verboden, op straffe van ophanging. Korte tijd na de val van Hoessein, in 2005, kon de toen 23-jarige Rasem er dan toch mee aan de slag gaan voor zijn afstudeerproject. Zo maakte hij de eerste enscenering van het stuk in Irak sinds meer dan vijfendertig jaar. Zeven turbulente jaren later maakt Rasem in België een geheel nieuwe versie van Caligula. Zijn oorspronkelijke bewerking, die zich meer inspireerde op Camus en de idee van ‘schoonheid’, maakt plaats voor een meer directe voorstelling over de dictator en de gevolgen van een dictatuur.
“In Irak heb je twee soorten kunstenaars: zij die voorstellingen maken over de realiteit, en zij die de fantasie induiken. Dat laatste is wat ik doe. Ik observeer de wereld waar ik mij bevind. De realiteit in Irak is hard, maar ik wil geen hard realistisch theater maken. Ik doe de dingen omgekeerd, gebruik geen clichés. In België ligt dan weer alles open: er is fantasie, maar het is er ook hard leven, met veel stress, eenzaamheid en een ongelooflijk hoog levensritme. Ik observeer dat, en ga dan op scène die diversiteit exploreren.” (Mokhallad Rasem, Etcetera)
© Julie De Clercq
dramaturgie Peter Anthonissen
tekst & spel Lore Uyttendaele, Jessa Wildemeersch, Bassim Altayeb, Abudhar J Abbas, Houssein Ali, Mokhallad Rasem
muziek Roeland Luyten & Jens Maurits Bouttery
video Saad Ibraheem
productie Monty
coproductie Toneelhuis